Inentingen voor kittens zijn belangrijk. Deze vaccinaties zorgen voor voldoende afweerstoffen tegen infecties en ziekten. Natuurlijk wil je jouw kleine pluizenbol zo goed mogelijk beschermen.
De weerstand van katten neemt namelijk al af vanaf een leeftijd van 6 weken. Voor die tijd halen ze hun afweerstoffen uit de melk van de moederpoes. Welke inentingen moeten kittens hebben en op welke leeftijd moeten ze gevaccineerd worden?
Welke inentingen moeten kittens hebben?
Welk inenting jouw kitten moet hebben is afhankelijk van de leefsituatie. Bijvoorbeeld als het gaat om binnen- of buitenkatten. Reis je met jouw jonge kat naar het buitenland? Dan heeft jouw kitten mogelijk ook andere vaccinaties nodig.
In Nederland worden katjes standaard ingeënt tegen 2 aandoeningen. Kattenziekte is het meest voorkomend bij jonge katten. Kittens krijgen ook een inenting tegen niesziekte. Deze infectie kan zelfs dodelijk zijn.
Naast een inenting tegen niesziekte en kattenziekte, kun je jouw kitten ook laten vaccineren tegen het Feline Leukemie Virus. Dit wordt ook wel FeLV genoemd. Sommige jonge katten worden ook gevaccineerd tegen Chlamydiose. Dit is een ooginfectie die tevens aan de basis van kattenniesziekte staat.
Dat geldt ook voor de Bordetella infectie bij katten. Beide laatstgenoemde inentingen behoren niet tot de standaard vaccinatie van kittens. Ze worden gegevens wanneer een kat zich in een risicovolle omgeving bevindt. Zoals kennels of asiels.
Schema: inentingen voor kittens
Wanneer je jouw kitten hebt opgehaald bij de fokker hebben ze vaak hun eerste inenting al gehad. Meestal wordt de eerste vaccinatie rond een leeftijd van 9 weken gegeven. Mits de moederpoes niet volgens een vaccinatieschema is ingeënt.
Kleine katjes worden vaak al op een leeftijd van 6 weken voor het eerst gevaccineerd. De moederpoes heeft dan niet voldoende afweerstoffen in haar lichaam die ze mee kan geven aan haar kleintjes.
- Inenting 9 weken kittens: als jouw jonge kat 9 weken is krijgt het zijn eerste standaard inentingen. De kat wordt gevaccineerd tegen het calicivirus en het herpesvirus. In de volksmond kennen we deze infecties beter als niesziekte en kattenziekte. Als jouw kat 9 weken oud is kun je het dier ook optioneel laten inenten tegen Chlamydophila en Bordetella.
- Inenting 12 weken kittens: na 3 weken worden de standaard vaccinaties van jouw jonge kat herhaald. Jouw kleine kitten krijgt dus weer een vaccinatie tegen de nies- en kattenziekte. Zo weet je zeker dat jouw kleine pluizenbol afweerstoffen opbouwt.
- Inenting 16 weken kittens: net zoals dit in de eerste 6 levensweken van jouw kitten het geval is, kun je jouw jonge kat ook met 16 weken nogmaals optioneel laten boosteren. Bijvoorbeeld wanneer je thuis meerdere katten hebt of wanneer je een kitten uit een asiel of een kattenpension haalt. Anderszins hoef je de inenting pas met 12 maanden te herhalen.
Let op! Ben je van plan om jouw kitten mee te nemen naar het buitenland? Dan kun je katten vanaf 12 weken ook laten inenten tegen rabiës. Je moet dan wel 21 dagen wachten voordat de kat de grens over mag. De inenting wordt bijgeschreven in het dierenpaspoort. Vergeet het paspoort van jouw kitten dus niet mee te nemen op reis!
Heeft een inenting bijwerkingen voor kittens?
Over het algemeen ervaart jouw jonge kat geen tot weinig bijwerkingen van de vaccinaties. Natuurlijk zijn er uitzonderingen op de regel. Zoals een allergische reactie. Kittens kunnen 1-2 dagen wat minder energiek zijn nadat ze hun eerste inentingen hebben gehad. Dit is een normaal verschijnsel.
Als jouw kat geen zieke indruk maakt hoef je geen contact op te nemen met de dierenarts. Merk je veranderingen in het gedrag of is jouw kat aantoonbaar ziek? Dan kan het gaan om een allergische reactie. Neem dan contact op met de kliniek.