Net zoals dit bij mensen het geval is, moet ook een hond vaccineren. Inenten is nodig om de hond voldoende bescherming te bieden tegen ernstige ziektes en infecties. Hoewel gevaccineerde honden alsnog besmet kunnen raken, worden ze er niet meer zo ziek van. Vaccinaties dragen dus ook zeker bij aan een sterk en gezond immuunsysteem.
Maar wanneer moet je een hond vaccineren? Tegen welke ziektes moet je honden in Nederland en België laten inenten en hoe zit dat als je jouw hond meeneemt naar het buitenland? Daar gelden andere regels dan hier.
De keuze om een hond te laten inenten maak je al in de puppytijd. Daarom vertellen we je graag alles wat je moet weten over een hond vaccineren.
Waarom is het belangrijk om je hond te vaccineren?
Vaccinaties en boosters zijn belangrijk als je jouw hond wilt beschermen tegen gevaarlijke en mogelijk dodelijke ziekten. Zoals bijvoorbeeld het parvovirus, hepatitis en kennelhoest.
Als je jouw hond laat inenten, wordt er een kleine hoeveelheid van de bacterie of het virus geïnjecteerd. Deze bacteriën zijn gemodificeerd waardoor ze volkomen ongevaarlijk zijn.
Met een vaccinatie wordt het immuunsysteem van jouw hond blootgesteld aan het virus of de bacterie. Daardoor is het afweersysteem in staat om deze te herkennen en aan te vallen. Dit betekent dat het immuunsysteem de ziekte of aandoening met succes kan bestrijden als jouw hond in de toekomst besmet raakt. Zo blijft jouw viervoeter altijd veilig en gezond.
Een hond laten vaccineren doe je bij voorkeur in de puppytijd vanaf circa 8 weken oud.
Krijgen honden bijwerkingen van vaccinaties?
Het komt zelden voor dat een vaccinatie gepaard gaat met ernstige bijwerkingen. Hoewel honden na een inenting wat minder energiek kunnen zijn of minder eetlust hebben, is dit meestal van korte duur.
Vaccins worden onderworpen aan strenge testen en toelatingseisen. Ze moeten dus volledig worden goedgekeurd voordat ze door de veterinair gebruikt mogen worden.
Ook worden er analyses en rapportages bijgehouden over mogelijke bijwerkingen. Deze worden vervolgens onderzocht en geregistreerd. Op deze manier zorgen we ervoor dat vaccinaties voor huisdieren en honden volledig veilig en effectief zijn op de lange termijn.
Hoe gaat het vaccineren van honden in zijn werk?
Als je jouw hond wilt laten vaccineren maak je een afspraak bij de dierenarts. Deze begint eerst met een algemeen gezondheidsonderzoek. Het is namelijk belangrijk dat het dier in goede conditie en gezond is.

Afhankelijk van de leeftijd van de hond en de inentingen die hij eventueel al heeft gehad, worden de vaccinaties vaak toegediend als een cocktail. De prikjes worden vaak in het nekvel gegeven en zijn nagenoeg pijnloos voor de hond.
Als jij je hond laat vaccineren bij de dierenarts, hoef je eigenlijk geen voorbereidingen te treffen. Het is wel belangrijk om het bezoek aan de kliniek aangenaam te maken voor jouw jonge hond of pup. Daar heb je in de toekomst profijt van. Neem daarom een speeltje of hondensnoepjes mee naar de dierenarts om de ervaring zo leuk mogelijk te maken.
Wanneer een puppy laten vaccineren?
Pups zijn heel kwetsbaar voor ernstige ziekten. Zoals Parvo bijvoorbeeld. Het is dus heel belangrijk dat ze de vereiste vaccinaties krijgen. Puppy’s krijgen hun eerste inenting als ze 8 weken oud zijn. Dit gebeurt meestal bij de fokker. De gegeven injectie wordt vermeld in het paspoort van de pup. De rest van de vaccinaties volgen bij 12 en 16 weken.
Soms komt het voor dat een hond zijn puppy vaccinaties mist. In dat geval is het belangrijk dat je jouw volwassen hond alsnog laat vaccineren middels het vaccinatieschema.
Booster vaccinaties voor honden
Een booster wordt ook wel een herhalingsvaccinatie genoemd. Veel baasjes denken dat hun hond na de eerste vaccinaties levenslang beschermd zijn tegen ernstige ziekten. Dat is helaas niet zo.
Jaarlijkse booster vaccinaties zijn nodig gedurende het hele leven van jouw hond. Zo kun je jouw dier blijven beschermen tegen ernstige aandoeningen. Sommige boosters moeten elk jaar herhaald worden, terwijl anderen om de 3 jaar kunnen worden toegediend.
Zoals bijvoorbeeld honden hepatitis en het welbekende Parvovirus. Een booster vaccinatie tegen kennelhoest moet idealiter wel jaarlijks worden herhaald.
Een herhalingsvaccinatie is niet alleen belangrijk voor jongere honden, maar ook voor oudere honden. Ook senior honden hebben regelmatig boostervaccinaties nodig om beschermd te blijven tegen mogelijk dodelijke aandoeningen en virusinfecties. Zeker omdat de afweer en het immuunsysteem van oudere honden vaak wat zwakker is dan die van jongere honden tussen de 3 en 7 jaar.
Vaccinatieschema voor honden
| Vaccinatie | Leeftijd | Booster |
| Hondenziekte | 6 weken | – |
| Parvovirus | 6 weken | – |
| Kleine cocktail Weil + Kennelhoest | 8-9 weken | Ieder jaar |
| Grote cocktail Hondenziekte + Parvo | 12-13 weken | Om de 3 jaar |
Met een vaccinatie bescherm je jouw hond tegen deze ziekten
1. Parvovirus
Parvo is een zeer besmettelijk virus dat bij honden van alle leeftijd kan voorkomen. Het komt het meest voor bij pups.
Parvo veroorzaakt ernstige gezondheidsproblemen en tast het maagdarmkanaal van de hond aan. Daardoor heeft het lichaam van de hond moeite met het opnemen van voedingsstoffen. Voor ongevaccineerde pups loopt Parvo vaak fataal af.
Parvo wordt verspreid door contact met besmette uitwerpselen van andere honden. Het virus kan lang aanwezig blijven op voorwerpen of oppervlakken. Zoals etensbakken en vloeren. Dit betekent dat jouw hond makkelijk besmet kan raken.
Het virus is zeer sterk en kan buiten tot wel 1 jaar overleven. Reden te meer om je hond te laten vaccineren dus.
Symptomen: diarree en bloederige diarree, braken, uitdroging, lusteloosheid en gebrek aan eetlust.
2. Hondenziekte
Hondenziekte is een ernstig virus dat de werking van de organen en het immuunsysteem van een hond aantast. Waaronder de maag, de hersenen en de longen.
De ziekte is zeer besmettelijk en wordt verspreid via de lucht, speeksel en urine. Hondenziekte komt het meest voor bij jonge honden die nog geen volledig ontwikkeld immuunsysteem hebben.
Hondenziekte kan worden overgedragen door de lucht en via de adem van andere honden. Het virus wordt ook overgedragen via lichaamsvloeistoffen. Zoals neusuitvloeiing, besmette uitwerpselen, speeksel en urine. Het virus kan lange tijd in een omgeving overleven.
Symptomen: tranende ogen en neusuitvloeiing, hoesten, gebrek aan eetlust, lusteloosheid, braken, diarree, verdikte voetkussentjes, spierstijfheid en evenwichtsstoornissen.
3. Kennelhoest
Kennelhoest is een veel voorkomende infectie van de luchtwegen bij honden. Het wordt veroorzaakt door verschillende bacteriën en virussen. De infectie valt de luchtwegen van de hond aan en veroorzaakt een ontsteking van de bovenste luchtwegen. Daardoor moeten besmette honden herhaaldelijk hoesten.
Kennelhoest is meestal niet ernstig. De symptomen verdwijnen in de meeste gevallen na 3 weken. Het kan honden wel vatbaarder maken voor andere ziekten en infecties.
Kennelhoest verspreidt zich via de lucht en is zeer besmettelijk is. De kans dat honden geïnfecteerd raken, is het grootst als ze worden omringd door andere honden. Zoals in pensions en kennels bijvoorbeeld. Daar heeft de ziekte zijn naam aan te danken.
De bacterie kan tot 48 uur blijven leven op het oppervlak waarmee een besmette hond in contact is gekomen. Zoals planten, voerbakken, speelgoed en andere voorwerpen.
Symptomen: loopneus, ogen met uitvloeiing, niezen en een hoestende blaf.
4. Ziekte van Weil
De ziekte van Weil wordt ook wel leptospirose genoemd. De ziekte wordt veroorzaakt door een bacterie die graag in een vochtige omgeving leeft. Het verspreidt zich via gastheren. Zoals ratten, andere honden en vee bijvoorbeeld.
De ziekte van Weil kan ernstige lever- en nierfalen veroorzaken. Als een hond gediagnosticeerd is met leptospirose, zijn er weinig tot geen garanties op een volledig herstel. Je hond vaccineren is dus ontzettend belangrijk.

Leptospirose wordt meestal verspreid via de urine van besmette dieren. Het kan ook worden opgelopen via besmet water. De bacterie komt meestal via de mond, de neus of via wondjes het lichaam binnen. Als een hond eenmaal besmet is, kan het nog jaren lang besmettelijk blijven voor zijn omgeving. Dat is gevaarlijk voor zowel dieren als mensen.
Symptomen: koorts, geel tandvlees en gele slijmvliezen, spierpijn, algehele zwakte, gebrek aan eetlust, veel drinken, braken en bloederige diarree, bloedingen uit de mond en de ogen en mondzweren.
Wat is hondsdolheid of rabiës en wanneer laat ik mijn hond vaccineren?
Rabiës wordt ook wel hondsdolheid genoemd. Het wordt veroorzaakt door het lyssavirus dat onder andere het zenuwstelsel aantast. De hond wordt dus niet alleen fysiek, maar ook mentaal ziek.
Zodra de symptomen van de ziekte worden waargenomen, is er bij honden bijna altijd sprake van een dodelijke afloop. Als het virus zich van de zenuwbanen van de spieren naar het centrale zenuwstelsel heeft verplaatst, vermenigvuldigt het zich snel.
In Nederland en België wordt een hond niet preventief gevaccineerd tegen Rabiës. Simpelweg omdat de aandoening hier vrijwel niet voorkomt.
Ga je naar het buitenland of binnen de Europese Unie op vakantie? Dan moet je jouw hond mogelijk wel laten inenten tegen hondsdolheid. Ook als je vanuit het buitenland naar Nederland komt geldt er een Rabiës vaccinatieplicht.
Op de website van de LICG kun je zien welke dierziekten in het buitenland er gelden én welke vaccinaties en voorzorgsmaatregelen je moet treffen binnen en buiten Europa.